De Farmaceutische Sector in Nederland – Innovatie en Kostenbeheersing
De farmaceutische sector in Nederland is een dynamische bedrijfstak waar wetenschap, medische innovatie, regelgeving en economische en maatschappelijke belangen samenkomen. Geneesmiddelenbedrijven ontwikkelen en produceren medicijnen, maar staan daarbij onder druk van patenten, de overheid en zorgverzekeraars die de kosten laag willen houden. Patiëntenverenigingen en huisartsen spelen daarnaast een belangrijke rol in de toegankelijkheid van medicijnen.
Farma-knooppunt Nederland
Voor een relatief klein land huisvest Nederland een groot aantal farmaceutische bedrijven, variërend van multinationals tot innovatieve biotechnologiebedrijven en producenten van generieke geneesmiddelen. Bekende farmaceutische bedrijven met een vestiging in Nederland zijn onder meer MSD (Merck & Co.), Pfizer, AstraZeneca, Johnson & Johnson, Sanofi en Roche. Deze bedrijven ontwikkelen nieuwe geneesmiddelen en investeren wereldwijd miljarden in onderzoek.
Naast de grote producenten zijn er farmaceutische bedrijven die zich richten op generieke geneesmiddelen, zoals Teva, Sandoz en Mylan (onderdeel van Viatris). Generieke medicijnen zijn medicijnen waarvan het patent is verlopen. De productie of het ‘namaken’ van deze medicijnen met dezelfde werking is over het algemeen veel goedkoper en kan zorgkosten aanzienlijk verlagen. Daarnaast kent Nederland enkele innovatieve biotechnologiebedrijven zoals Galapagos en Pharming, die zich richten op baanbrekende behandelingen voor zeldzame ziektes.
Een bijzondere rol is weggelegd voor Organon, gevestigd in Oss. Dit farmaceutische bedrijf, oorspronkelijk opgericht in 1923, werd later onderdeel van MSD. In 2021 werd Organon weer een zelfstandig bedrijf, met een focus op medicijnen voor vrouwen en biosimilars. De ‘heroprichting’ van Organon betekende een belangrijke impuls voor de farmaceutische sector in Nederland, waarbij Oss opnieuw een belangrijk centrum werd voor de productie en ontwikkeling van geneesmiddelen.
Ook Crucell, een voormalig Nederlands biotechbedrijf gespecialiseerd in vaccins, speelde een belangrijke rol in de farmaceutische sector. Het bedrijf, gevestigd in Leiden, werd in 2011 overgenomen door Johnson & Johnson en geïntegreerd in de farmaceutische tak van het concern. Crucell stond bekend om zijn innovatieve vaccins tegen besmettelijke ziekten, waaronder hepatitis B en ebola. Met de overname verdween het aandeel Crucell van de beurs, tegelijkertijd betekende de overname een verdere versteviging van Nederland als hub voor vaccinontwikkeling.
Brancheverenigingen VIG en BOGIN
De farmaceutische industrie in Nederland wordt vertegenwoordigd door de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG), de brancheorganisatie voor innovatieve farmaceutische bedrijven. VIG pleit voor een stimulerend innovatieklimaat en onderhoudt contact met de overheid, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden. VIG is de opvolger van Nefarma, de vroegere belangenvereniging voor farmaceutische bedrijven.
Voor de producenten van generieke geneesmiddelen is er de Bond van Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (BOGIN). Deze organisatie zet zich in voor betaalbare en breed beschikbare medicijnen.
Patenten en generieke medicijnen
Nieuwe geneesmiddelen worden beschermd door patenten, die farmaceutische bedrijven het exclusieve recht geven om een medicijn meestal gedurende 20 jaar te verkopen. Dit systeem is bedoeld om investeringen in onderzoek en ontwikkeling terug te kunnen verdienen. Zodra een patent afloopt, kunnen andere bedrijven het medicijn namaken en als generiek middel aanbieden. Hierdoor daalt de prijs van medicijnen vaak drastisch, wat leidt tot besparingen in de zorg.
Toch roept het patenteringssysteem vragen op. Farmaceutische bedrijven proberen soms de looptijd van patenten te verlengen door kleine aanpassingen aan medicijnen door te voeren, een praktijk die bekendstaat als evergreening. Dit kan ertoe leiden dat de introductie van goedkopere alternatieven wordt vertraagd. Of een eventuele aanpassing van een bestaand geneesmiddel daadwerkelijk innovatief is, wordt voor Nederland voor de rest van de EU bepaald door het European Patent Office (EPO) in Rijswijk.
Zorgverzekeraars en het preferentiebeleid
In Nederland spelen zorgverzekeraars een sleutelrol in de kostenbeheersing van medicijnen. Een van de belangrijkste instrumenten die zij hiervoor hanteren is het preferentiebeleid. Dit houdt in dat zorgverzekeraars per werkzame stof één geneesmiddel aanwijzen als voorkeursmiddel, dat volledig wordt vergoed. Andere varianten moeten patiënten zelf betalen of krijgen zij alleen vergoed als er een medische noodzaak is.
Hoewel het preferentiebeleid zorgkosten verlaagt, leidt het regematig tot kritiek van patienten. Sommige patiënten ervaren bijwerkingen bij de wisseling tussen generieke medicijnen en merk geneesmiddelen, terwijl artsen de bureaucratische rompslomp rond uitzonderingen als problematisch ervaren.
Onderzoek en innovatie: van universiteit tot farmabedrijf
Nederland is een belangrijke speler op het gebied van farmaceutisch onderzoek. Universiteiten zoals het Leiden University Medical Center (LUMC), Erasmus MC, Radboudumc en UMC Utrecht spelen een grote rol in de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Ook zijn er samenwerkingsverbanden tussen farmaceutische bedrijven en onderzoeksinstellingen.
De overheid stimuleert medisch onderzoek via subsidies en investeringen. Zo financiert ZonMw (Nederlandse Organisatie voor Gezondheidsonderzoek en Zorginnovatie) onderzoek naar nieuwe behandelingen en preventieve gezondheidszorg.
Nederland heeft daarnaast een gunstig klimaat voor klinisch onderzoek, mede dankzij een goede infrastructuur en samenwerking tussen ziekenhuizen en farmaceutische bedrijven. Hierdoor worden veel nieuwe medicijnen hier getest in klinische trials, wat patiënten vroegtijdig toegang kan geven tot innovatieve therapieën.
Regulering en toelating van geneesmiddelen
Voordat een geneesmiddel in Nederland op de markt komt, moet het aan strenge eisen voldoen. De beoordeling vindt vaak plaats op Europees niveau door de European Medicines Agency (EMA), die sinds 2019 in Amsterdam is gevestigd. Binnen Nederland is ook nog het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) verantwoordelijk voor de toelating van medicijnen.
Naast de EMA speelt het eerder genoemde EPO een zeer belangrijke rol in de farmaceutische industrie. Het EPO beoordeelt patenten op geneesmiddelen en andere medische innovaties. Hierdoor wordt bepaald welke farmaceutische bedrijven exclusieve rechten krijgen op bepaalde medicatie. Dit is van cruciaal belang voor bedrijven die nieuwe behandelingen ontwikkelen en patenten willen beschermen tegen generieke concurrentie.
Na goedkeuring door de EMA of het CBG volgt nog een economische toets. Zorginstituut Nederland (ZIN) beoordeelt of een medicijn doelmatig is en of de kosten in verhouding staan tot de voordelen. Op basis hiervan beslist de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) of een geneesmiddel wordt opgenomen in het basispakket.
Toekomst van de farmaceutische sector in Nederland
De Nederlandse farmaceutische sector staat al jaren voor grote uitdagingen. De kosten van geneesmiddelen blijven stijgen, deels door de ontwikkeling van nieuwe, vaak dure behandelingen zoals gentherapie. Tegelijkertijd is er steeds meer druk vanuit de overheid en zorgverzekeraars om medicijnen betaalbaar te houden.
Nederland speelt ondertussen een steeds grotere rol op het internationale toneel dankzij de vestiging van de EMA in Amsterdam, het IPO in Rijswijk en een sterke onderzoeksinfrastructuur. Dit biedt kansen voor innovatie.
De komende jaren zijn belangrijk voor de toekomst van de farmaceutische sector in Nederland. Hoe kunnen we innovatie stimuleren zonder dat de kosten voor patiënten en de samenleving uit de hand lopen? En hoe zorgen we ervoor dat nieuwe geneesmiddelen snel en eerlijk beschikbaar komen? Het debat hierover lijkt voorlopig alleen maar intensiever worden.
A4-Nieuws staat de verschillende bedrijven, instituten, brancheorganisaties, politiek en ander ‘stakeholders’ al ruim 25 jaar dagelijks bij met actuele berichtgeving essentieel voor dagelijkse bedrijfsvoering en gefundeerde beslissingen.